Meer vitaliteit door innovaties op de werkvloer
[Ezine Smart WorkPlace]
Om de vitaliteit van werkenden te bevorderen, hebben kennisinstellingen Fontys Hogeschool en Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), onderzoeks- en innovatieorganisaties imec en TNO en High Tech Campus Eindhoven in 2021 de Workplace Vitality Hub opgericht. Gevestigd op High Tech Campus, fungeert de Hub als een ‘smart office’ waar de oprichters samen met bedrijven en andere organisaties hun kennis en ervaring bundelen.
Onderzoek naar impact slimme, innovatieve kantooromgeving
De Hub functioneert als een Living Lab, waar de ‘Founding Partners’ Fontys, TU/e, imec en TNO partnerschappen aangaan met bedrijven om te onderzoeken welke nieuwe technologieën en hun toepassingen vitaliteit op de werkvloer kunnen bevorderen. De ‘Business partners’ zijn vaak regionale bedrijven (inclusief MKB-ers en startups) die actief zijn (of willen worden) binnen dit domein. De Founding Partners helpen deze bedrijven door middel van onderzoek te begrijpen wat de impact is van een slimme, innovatieve kantooromgeving op de vitaliteit van werknemers, bijvoorbeeld met sensoren die luchtkwaliteit, temperatuur en activiteiten meten, of via enquêtes en interviews.
De Hub als Experience Centre
Binnen het onderzoek van de Hub staan de mensen en hun persoonlijke behoeften centraal. Dit resulteert in innovaties als gepersonaliseerde kantoormeubelen en aanpasbare, slimme verlichting, maar ook toolkits voor wandelend vergaderen, verbindend koffiedrinken, stoelen en bedden om te ontspannen tijdens het werk en slimme vergaderoplossingen. Deze voorbeelden van innovaties en oplossingen voor vitaler werken, vind je terug in het Experience Centre.
Onderzoekslijnen in de Workplace Vitality Hub
De Workplace Vitality Hub richt zich momenteel actief op drie onderzoekslijnen, die ondersteund worden door multidisciplinaire teams, bestaande uit onder meer onderzoekers, studenten en innovatieprofessionals uit het bedrijfsleven:
Data Driven Office Environment
Data vormen de kern van het living lab, verzameld via een netwerk van sensoren die verschillende parameters meten zoals luchtkwaliteit, geluidsniveau, en individuele fysiologische data. Door het combineren van kwantitatieve en kwalitatieve data kan de impact van interventies worden gemeten en geoptimaliseerd. Het doel is deze tools beschikbaar te maken voor een breed scala aan onderzoekers en bedrijven. We streven naar inzichten in de relatie tussen het gedrag van iemand en de omgeving waarin diegene zich bevindt. Denk hierbij aan hoe licht vermoeidheid beïnvloedt, of hoe effectief bepaalde nudges (interventies) zijn voor zit/sta-gedrag.
Physical Office Environment
De fysieke inrichting van kantoren speelt een cruciale rol in de vitaliteit van werknemers. De onderzoekslijn richt zich op het onderzoeken van de fysieke effecten van kantooromgevingen, zowel binnen als buiten. We verdiepen ons in de complexe relatie tussen werkactiviteiten, ruimtelijke indelingen en vier overkoepelende thema’s: work-in-motion, outdoor work, experience design en physicalisation. De onderzoekslijn laat zien hoe innovatieve benaderingen van de fysieke werkomgeving bijdragen aan welzijn en productiviteit van werknemers. Voorbeeld hiervan is de 'Staand vergaderen' toolkit die ontwikkeld is naar aanleiding van onderzoek naar welke nudge-interventies het meest effectief zijn in het verminderen van zitgedrag tijdens vergaderingen.
Mentale gezondheid
De onderzoekslijn Mental Health richt zich op de mentale gezondheid en vitaliteit van werknemers en de invloed van de werkomgeving hierop. We onderzoeken hoe technologie, gedragsinterventies en aanpassingen in de omgeving kunnen helpen. Het doel is stress en burn-out te voorkomen, veerkracht te stimuleren en werknemers te laten floreren. We verkennen en testen oplossingen en meten hun lange termijn effecten op de mentale vitaliteit van werknemers. Het ultieme doel van de onderzoekslijn Mental Health is het ontwikkelen van een (systemische) aanpak, die organisaties helpt om de mentale gezondheidsproblemen in de werkomgeving en de organisatie als geheel te verminderen. Interventies zoals de Reload Booth [afbeelding] bieden ontspanningsmogelijkheden die fysieke en mentale gezondheidsvoordelen combineren.
Data vertalen naar bruikbare informatie
Programmaleider van de onderzoekslijn Data Driven Office Environment, Bernard Grundlehner, werkt al ruim zestien jaar bij imec at Holst Centre aan nieuwe manieren om met (sensor)technologie data te verzamelen en deze te vertalen naar bruikbare informatie. “Er zijn veel uitdagingen als het gaat om meten van data. Uitgangspunten zijn onder meer dat je dit zo weinig invasief als mogelijk wilt doen, dat je privacy en veiligheid van data kunt garanderen en dat de data leiden tot bruikbare inzichten,” aldus Grundlehner.
Bewustwording over stress in teamverband
Een goed voorbeeld van een onderzoeksproject - dat in een samenwerking tussen de Workplace Vitality Hub en student Dewi Berkhof van Fontys Hogescholen is uitgevoerd – is de ‘Collective stress visualisation’. Het project richt zich op het vergroten van het bewustzijn over stressniveaus door op een alternatieve manier de gegevens hierover weer te geven. Deze gegevens over stress worden via (bestaande) wearables als smart watches verzameld. Belangrijke bevindingen in dit project benadrukken het belang van collectieve stressherkenning en de effectiviteit van passieve, visueel georiënteerde stressindicatoren. Dit onderzoeksproject ‘Collective stress visualisation’ leidde tot een animatie met vliegende vogels in verschillende patronen die overeenkomen met het niveau van collectieve stress gemeten door de wearables.
“Uiteindelijk moeten deze data en de ontwikkelde algoritmes samen met andere disciplines, zoals gedragswetenschappers, worden vertaald naar tools die werkgevers in de werkomgeving kunnen inzetten om stressniveaus inzichtelijk, bespreekbaar en beheersbaar te kunnen maken. Deze samenwerking tussen verschillende disciplines en de praktijk is essentieel binnen de Hub. Als we vervolgens deze informatie combineren met de sensoriek die verwerkt is in het gebouw, kunnen we onderzoeken hoe we het gebouw en de inrichting ervan optimaal ondersteunend maken aan de mentale behoeften van de gebruikers,” besluit Grundlehner.